Niet veel leerlingen beseffen het, maar de meeste uren die je in je profielwerkstuk stopt worden besteed aan inlezen. Tijdens het inlezen krijgt het PWS al vorm in je hoofd. Als je dit onderdeel goed aanpakt, is het schrijven eenvoudiger.

Let op: niet elk profielwerkstuk is hetzelfde en de bronnen zullen daarom ook verschillen. Het onderstaande geldt voor de meeste PWS-en. Als jouw onderzoek sterk verschilt van wat hieronder staat, bespreek jouw aanpak dan goed met je begeleider.

  • Scan je bronnen voor de juiste onderwerpen.
    In je hoofd- en deelvragen wordt al aangegeven in welke richting het onderzoek zal gaan. Sorteer daarom de bronnen die je tot nu toe hebt gevonden per deelvraag. Doe dit door elke bron vluchtig door te lezen om te kijken of het onderwerp van deze deelvraag wordt behandeld.
  • Neem een papier (of Word-bestand op je computer of tablet) en noteer de titel, de auteur, de uitgever en het jaar van uitgave bovenaan.
    Als het een website is, geef dan een beschrijving die voor jou duidelijk is of plak gewoon de link als je op de computer/tablet werkt.
  • Lees je iets nuttigs?
    Noteer dan het paginanummer in de kantlijn en daarachter een korte beschrijving van wat je er kunt lezen.
  • Doe dit met elke bron.
  • Doe dit NIET op je mobiele telefoon.

    Deze stappen zorgen ervoor dat je grondig maar overzichtelijk de informatie kunt verwerken.

Uiteindelijk zul je je PWS kunnen schrijven met deze aantekeningen. Als je daadwerkelijk gaat schrijven, zorg dat je dan de oorspronkelijke bronnen bij de hand hebt, zodat je eenvoudig uit je aantekeningen naar je bronnen kunt gaan om te controleren wat er letterlijk in de tekst stond.