Wat wordt er verwacht van ons groepje en wat kunnen we van de organisatie verwachten?

Op deze pagina wordt uitgelegd hoe de samenwerking tussen jullie en een organisatie eruit zou moeten zien.

Het doel van de samenwerking met een organisatie is:

• De organisatie heeft voordeel van jullie PWS-onderzoek en praktijkonderdeel.
• Jullie leren professionele vaardigheden.
  
  
  

Hoe bereiken jullie deze doelen?

1:

Jullie worden verwacht contact op te nemen met een organisatie om samen het onderwerp van jullie profielwerkstuk af te stemmen. Het is belangrijk dat de organisatie baat heeft bij jullie onderzoek en dat jullie een onderzoek doen dat:

• uitvoerbaar is (niet te moeilijk of makkelijk en in 80 uur p.p. te doen is) en
• relevant is voor jullie vak (jullie passen vaardigheden toe die jullie bij dit vak leren).
  
  

2:

Daarnaast moet bepaald worden hoe het PWS aan de organisatie gepresenteerd wordt, want niet elke organisatie heeft er iets aan om een dik PWS te lezen. Jullie bepalen ook welke vorm het praktijkonderdeel zal hebben. Dit praktijkonderdeel is gebaseerd op jullie PWS, maar in een praktische vorm gegoten zoals een:

• rapport;
• lezing;
• advies;
• product;
• programma;
• rondleiding;
• website;
• enzovoorts.
  
  Hier zal de organisatie waarschijnlijk meer aan hebben dan aan een lang PWS doorspitten.
  
  

3:

Vervolgens bekijken jullie in welke mate de organisatie jullie kan helpen met het onderzoek. Misschien kunnen ze toegang geven tot faciliteiten, informatiebronnen of iets anders.

4:

Jullie bepalen tenslotte wanneer jullie weer contact met elkaar opnemen.

5:

Tijdens de profielwerkstuk presentatiemiddag in Havo 5 mogen leden van jullie organisatie aanwezig zijn. Als ze willen, mogen ze zelf een stand neerzetten om Havo 4-leerlingen te werven voor een nieuw PWS. Jullie hoeven hier zelf niets voor te ondernemen. Als de organisatie hier interesse voor heeft, kan het contact opnemen met hoja@nassauvincent.nl.

Vragen?

Voorbeelden van een goede samenwerking:

Eerste voorbeeld:

Twee leerlingen willen hun PWS voor geschiedenis doen, over de Tweede Wereldoorlog. Ze nemen contact op met de Drentse Archieven. Daar horen ze dat er een tentoonstelling komt over vier verzetsmensen in Assen en omgeving, waarvoor onderzoek nodig is naar hun dagboeken. Er wordt overeengekomen dat de leerlingen een onderzoek doen naar de manier waarop de oorlog hun positie in de maatschappij heeft veranderd (het PWS) en dat ze op basis daarvan een instructieboekje van vier A5-pagina’s maken voor de rondleiders van de tentoonstelling, zodat ze met de informatie uit dit boekje de rondleiding meer diepgang kunnen geven (het praktijkonderdeel). De leerlingen krijgen een archiefpas en uitleg over hoe ze het archiefsysteem kunnen gebruiken om de dagboeken te vinden. Ze spreken af dat ze elke twee maanden een update sturen naar hun contactpersoon bij het Drents Archief.

Tweede voorbeeld:

Drie leerlingen willen hun PWS voor biologie doen, over paarden. Ze nemen contact op met de manege van een van de leerlingen. Daar horen ze dat er een paard is met een beenblessure. Een operatie is te duur, dus er is interesse in een goedkope oefening om het paard te laten herstellen. Er wordt overeengekomen dat de leerlingen onderzoek doen naar een effectieve behandeling van dit type spierblessures bij paarden (het PWS) en een stappenplan maken met oefeningen die de stalhouder met het paard kan doen (het praktijkonderdeel). De leerlingen krijgen toestemming om de oefeningen in Havo 5 een keer met het paard uit te voeren. De manegehouder stemt toe om alle informatie te geven over voeding, verzorging en medicijnen. Ze spreken af dat ze in Havo 5 weer contact opnemen om de oefeningen op het paard uit te proberen.