Inhoudsopgave

  • Het profielwerkstuk
  • Waar word je op beoordeeld?
  • Tijdsschema en werkwijze
  • Veelgestelde vragen, tips, uitleg en links


Het profielwerkstuk

In het kort:
Je gaat in een twee- of drietal een onderzoek doen naar een interessant onderwerp voor een profielvak. 

Je krijgt begeleiding van een vaste begeleider op school. Hij of zij zal het onderzoek en de presentatie uiteindelijk beoordelen met een cijfer. Dit zal onderdeel zijn van het combinatiecijfer (met maatschappijleer, CKV en godsdienst).

Als je op het profielwerkstuk lager dan een 4 haalt, mag je geen examen doen.
In totaal ben je er per persoon 80 uur aan kwijt.

Met het profielwerkstuk oefen je vaardigheden die op het WO terugkomen. Een goed PWS is een geweldige basis voor je vervolgopleiding.

Hoewel de meeste leerlingen zullen kiezen voor een schriftelijk verslag als eindproduct bestaat er de mogelijkheid om een eigen vorm te bedenken. Denk bijvoorbeeld aan een lied, documentaire, lessenserie etc. De basis van een creatieve vorm als eindproduct blijft een degelijk onderzoek. Overleg altijd eerst met je begeleider voordat je aan de slag gaat.

Het beste PWS komt in aanmerking voor de Vincent van Gogh Profielwerkstukprijs!


Waar word je op beoordeeld?

Per vak kan het enigszins verschillen waar de nadruk op ligt bij het beoordelen, maar over het algemeen telt dat er vier belangrijke criteria zijn:

  • Onderzoek: heb je een diepgaand onderzoek gedaan met goede bronnen?
  • Proces: hoe verliep de samenwerking?
  • Schriftelijke presentatie: heb je je aan de taal- stijl- en opmaakregels gehouden?
  • Mondelinge presentatie: kun je het op pakkende en duidelijke wijze presenteren?


Voor het VWO wordt er ook extra gelet op je academische vaardigheden.

De volgende vaardigheden komen terug in je beoordeling:

1. Is er sprake van een empirische cyclus (onderzoeksvraag, hypothese, onderzoek, conclusie)?

2. Is er sprake van een gedegen vooronderzoek (inlezen)?

3. Is er sprake van weloverwogen keuze voor (populair)wetenschappelijke bronnen?

4. Is er sprake van een uitgebreid bronnenapparaat (voetnoten en bibliografie)

Klik hier voor een voorbeeld van een beoordelingsmatrijs.


Tijdschema en werkwijze

Bij het maken van een profielwerkstuk doorloop je drie fasen:

  1. de oriëntatie-en keuzefase;
  2. de onderzoeksfase;
  3. de fase van verwerken onderzoeksresultaten in eindproduct en presentatie

De studielast voor het profielwerkstuk is grofweg 80 klokuren per persoon. Een ruwe schatting voor elk van de drie bovenstaande fasen is:

  1. fase 1: 10 studielasturen
  2. fase 2: 50 studielasturen
  3. fase 3: 20 studielasturen.


DatumTaakFase

VWO5

mei 

juni


juli


VWO6


sep 


0 Leerlingen krijgen informatie.

1A Partner en vak/vakkencombinatie kiezen. Je oriënteert je eerst op een geschikte partner. Daarna kies je het profielvak waar je profielwerkstuk over zal gaan. Daarbij maak je een eerste en een tweede keus.

1B Introductie. Verschillende workshops door docenten en studenten van de RUG. Leerlingen maken een voorlopig plan van aanpak. Na de vakantie wordt hierop op voortgebouwd.




1C:  Samen het(definitieve) onderwerp en hoofd- en deelvragen kiezen.

  • Overleg met vakdocenten,
  • Gesprekken met deskundigen, partner(s),

Verder inlezen en verzamelen van bronnen.

2: Plan van aanpak schrijven en verdere oriëntatie en afbakening van het onderwerp en de onderzoeksvraag:

  • Deelvragen formuleren
  • (her)formuleren en bijstellen van de onderzoeksvraag en deelvragen;
  • Welke werkwijze/methode gaan we voor ons onderzoek toepassen?
  • Welke informatiebronnen of hulpmiddelen heb ik nodig?
  • Welke presentatievorm kies ik?
  • Plan van aanpak herzien en uitbreiden.


Gesprek met je begeleider over je plan van aanpak: afsluiting van fase 1.



Fase 1

oriëntatie- en keuzefase



sep




okt/nov

3 (Definitief) Plan van aanpak opstellen:

  • onderzoeksplan en
  • tijdplan.



4A: Workshops van studenten van de RUG als extra ondersteuning. Keuze uit verschillende onderwerpen.

4A Informatie verzamelen, beoordelen, selecteren, bewerken, literatuurstudie, bezoek aan bedrijven, musea, instellingen, vragenlijst samenstellen, proefopstelling maken, veldwerk voorbereiden en dergelijke.

Het onderzoek uitvoeren. Het ontwerp maken. Definitieve presentatievorm kiezen.

Gesprek met je begeleider over de uitvoering van het onderzoek en de definitieve presentatievorm: afsluiting van fase 2.


Fase 2


onderzoeks- fase: informatie verwerven



dec/jan



half jan.


.


feb.

5 Informatie ordenen en verwerken en de voorlopige versie van het eindproduct maken.



6A Eerste versie van het eindproduct inleveren bij je begeleider.



Gesprek met je begeleider over je eerste versie: afsluiting van fase 3


6B: Definitieve versie van het eindproduct maken en presentatie voorbereiden.

Beoordeling van je begeleider.


Fase 3


Onderzoeksresultaten verwerken en voorbereiden presentatie


Eind mrt.


Presentaties

Presentaties zijn deel van je eindcijfer. 

Exacte data volgen na de zomervakantie.