Op 30 mei heb je de mogelijkheid om alle aanwezige vakdocenten te vragen om begeleiding bij de eerste fase van je onderzoek. In de weken daarna krijgt je groepje een vaste begeleider van deze school toegewezen. Hij of zij begeleidt je op enkele belangrijke punten:
- Het beoordelen van de geformuleerde hoofd- en deelvragen.
- Het scheppen van duidelijke verwachtingen over de kwaliteit van je onderzoek, met het beoordelingsmodel.
- Het adviseren over de juiste methode van onderzoek doen.
- Het adviseren over de bruikbaarheid van de gevonden bronnen.
- Het aansluiten van het onderzoek op de opdracht van jouw organisatie.
- Het geven van een tussentijdse beoordeling op het onderzoek volgens het tijdsschema.
- Het beoordelen van de eerste versie van je PWS, aan de hand van het beoordelingsmodel. Hierbij hoort een mondelinge toelichting.
- Het bijwonen en beoordelen van de eindpresentatie.
- Het geven van een eindbeoordeling aan de hand van het beoordelingsmodel. In de mondelinge toelichting zal de begeleider ook ingaan op wie de collegiale inzage heeft gedaan (dus welke vakdocent het PWS heeft ingezien en ingestemd heeft met het eindcijfer).
Belangrijk! Dit kun je NIET verwachten:
- Het achter de broek zitten als je groepje afspraken niet nakomt.
- Vragen om updates hoe het gaat met het werk.
- Hulp met het in handen krijgen van bronnen/informatie over het onderwerp
- Het bepalen van de taakverdeling binnen een groepje
De verantwoordelijkheid voor deze zaken ligt bij het PWS-groepje zelf.
Ten slotte deze tip: wees pro-actief in de omgang met je begeleider: dat betekent dat je niet een afwachtende houding aanneemt, maar zelf initiatief neemt met het maken van afspraken. Een te passieve houding kan zelfs ten koste gaan van je cijfer.